Blog 2. - Reisverslag uit Moyobamba, Peru van Steffie Rijpkema - WaarBenJij.nu Blog 2. - Reisverslag uit Moyobamba, Peru van Steffie Rijpkema - WaarBenJij.nu

Blog 2.

Door: Steffie

Blijf op de hoogte en volg Steffie

24 Mei 2015 | Peru, Moyobamba

Lieverds, dank voor jullie leuke commentaar op mijn blog! Dat stimuleert enorm om een nieuwe te schrijven. Hopelijk genieten jullie er net zo veel van als ik hier in het echt!

Bailando
Na het halen van ons rijbewijs hebben Rutger en ik iets te vieren. We hebben voor het eerste een vrije zondag, omdat er geen mogelijkheden zijn om het veld in te gaan. Entonces, podemos salir el sábado (Dus kunnen we uitgaan op zaterdag!)! We roepen al vanaf het moment dat we hier zijn en doodgegooid worden met de swingende salsa, cumbia, merengue en reaggeton (en ga zo maar door), dat we willen stappen. Want ja, op elke straathoek, in elke winkel, op elk moment van de dag wordt er hier muziek gedraaid. Lister, die we kennen van Solidaridad, neemt ons mee om samen met twee vrienden van hem (Carina en haar man) eerst wat te gaan drinken. Wij houden het keurig bij het Peruaanse Cristal-bier, terwijl de man van Carina een aantal flinke glazen tequila naar binnen werkt, begeleid door zijn eigen schaaltje in zout gelegde schijfjes limoen, brrrr…
We gaan dansen in de grootste discotheek van Moyobamba: Boulevard 110, wat inderdaad nog best een grote tent is. Het is er warm, ondanks dat het grootste deel van de tent geen muur heeft en dus open is. De muziek ligt mij beter dan Rutger, ik kan zowaar een aantal nummers meezingen waar ik vroeger of zelfs nu nog naar luister(de), heel leuk. Jaloers wordt ik op de mensen die hier zo makkelijk een salsaatje dansen. We trekken veel bekijks, de mensen staren verbaasd naar je als je op de dansvloer een beetje mee probeert te dansen met de menigte. Het is gezellig tot in de late uurtjes en na een heuse midnight snack van de straat bestaande uit gegrild vlees met frietjes zijn we rond half 5 thuis, het begint al langzaam licht te worden...

Aventuras en casa y excursiones
Op de dagen dat we niet het veld in kunnen begint zo langzamerhand de verveling een klein beetje toe te slaan. Gek, zou je zeggen, je bent in een exotisch ver land, daar moet je je toch kunnen vermaken. Maar als het onderzoek op zich laat wachten, omdat je pas later in de week een afspraak hebt kunnen maken met iemand en het regent ook nog eens de hele dag pijpestelen, kun je nou eenmaal niet zo veel. Zo gaan we snel door de afleveringen van de serie House of Cards heen en lees ik aan de lopende band boeken (dankjulliewel lieve mensen van wie ik die e-reader gekregen heb!). ’s Avonds kunnen we ons verbazen over de grote insecten (nachtvlinders, harige rupsen) en spinnen die het ook gezellig vinden bij ons thuis. Één keer hebben we een kikker in de douche, maar die verdwijnt op dezelfde mysterieuze wijze als dat ‘ie gekomen was. En af en toe, zo ook nu, zitten de nieuwe kuikentjes van de huisbazen in onze tuin. Gezellig met z’n allen te piepen en het is heel vermakelijk om te zien hoe ze achter de insecten aanzitten. En natuurlijk: nieuwe restaurantjes uitproberen. Zo vinden we een restaurant waar ze heerlijke Lomo Saltado hebben: in reepjes gesneden en gemarineerd rundvlees, gebakken met rode ui en tomaat, geserveerd met gebakken aardappelen en (natuurlijk) rijst.
Als we ons rijbewijs opgehaald hebben en de zon breekt eindelijk weer eens door, besluiten we een ritje met de motor te gaan maken. Wat een fijn vrij gevoel (ook achterop de motor) om door het prachtige landschap hier te rijden. We slaan van de snelweg af bij een dorpje in de richting van ‘El Morro de Calzada’, een vrijstaande berg van 575 m hoog midden in de Alto Mayo vallei met een bizar ronde vorm, zichtbaar vanuit Moyobamba. We zijn wat laat op de dag om de berg helemaal te beklimmen, dus wandelen we richting het dichtstbijzijnde uitzichtpunt: la Silla de Inca, een rots met daarin een uitgesleten kuil wat iets weg heeft van een stoel. We hebben een prachtig uitzicht over de vallei, inclusief regenboog en duidelijk zichtbare zonnestralen door donkere wolken.

En el campo - Lunes
Eindelijk, deze week kunnen we weer wat dagen het veld in! Op maandagmiddag vertrekken we in noordwestelijke richting vanuit Moyobamba, flink bepakt met een backpack en een rugzak vol met onze veldwerkapparatuur, schone kleren en slaapzakken. Bij Nueva Cajamarca worden we opgehaald door de técnico Alfonso - een ‘technicus’ van Solidaridad: degene die het veld in gaat en functioneert als een aanspreekpunt voor de koffieboeren. Samen met hem en Marwin, Jorge en Gabriel (drie collega’s van een koffie-certificeringorganisatie) gaan we na Naranjillo een kleinere weg op. Na zo’n 10 km komen we aan bij de Rio Mayo, die we moeten oversteken. Het reguliere veerpontje is er niet, dus maken we gebruik van het alternatief: een langwerpige open boot met daarop dwars een rij planken gelegd, waar we vanaf de kant op kunnen rijden. Ik ben blij dat Rutger zich al zo zeker voelt op de motor en dat ik gewoon op kan stappen als alle motors al keurig op de planken staan. De stroming van de Rio Mayo is enorm sterk, de boot komt nauwelijks tegen de stroming in. Na dit kleine avontuur staat ons nog een grotere te wachten: een lange, zeer slechte (‘bien feo’, letterlijk erg lelijke) weg. Rutger is een held, hij weet ons helemaal schadeloos tot aan het dorp te rijden, hoewel wel met een verhoogd adrenalinegehalte in onze lijven.
We parkeren de motors en lopen nog een dik uur tot onze overnachtingsplek. Het begint al langzaam te schemeren en we horen alleen nog maar de geluiden van de natuur. Krekels, vogels, fluitende kikkers. Als we eenmaal aankomen in Bajo (‘laag’) Cachiyacu is het pikdonker. We besluiten niet door te lopen tot onze eindbestemming, maar in plaats daarvan morgen vroeg op te staan om de reis voort te zetten. In het dorp kunnen we slapen in een heus bed, speciaal voor mensen die onderweg zijn. Het matras is zo dun dat je eigenlijk op de planken van het onderstel ligt, maar toch, een bed! We krijgen bij lokale mensen thuis een goed maal van rijst, aardappel en gebakken ei. Met onze lieftallige begeleiders proberen we de lokale drank: brandewijn gemaakt van suikkerriet (‘aguardiente de caña de azúcar’), wat me ergens doet denken aan de Italiaanse grappa. Daarmee hopen we toch wat te kunnen slapen in ons harde bedje.

En el campo - Martes
Om half zes de volgende dag, als de zon opkomt, ga ik ‘douchen’. Te midden van een met golfplaten en planken afgezet hokje zonder dak sta ik bakjes koud water over mezelf heen te scheppen. Primitief? Ja. Leuk? Fantastisch! Helemaal fris is het nu wachten geblazen tot de rest ook wakker is. We lopen naar het dorp Alto (‘hoog’) Cachiyacu, op bijna 1200 m hoogte, over slechte wegen met veel vacuümzuigende modder. De uitzichten zijn onovertroffen: blauwe bergtoppen met spierwitte wolken ervoor. Onderweg pauzeren we met vers geplukte mandarijnen en bananen en op een gegeven moment breekt de zon door. Als we eenmaal uitgerust zijn in Alto Cachiyacu kunnen we beginnen met ons veldwerk.
Gabriel gaat met ons mee naar twee plantages die dicht bij het dorp liggen. We beginnen met het vangen van vlinders, omdat vlinders vooral vliegen als de zon lekker schijnt. De plantages liggen op steile hellingen en dat zorgt ervoor dat we vaak uitglijden. Ook zijn er genoeg muggen en prikplanten, waardoor we terugkomen met veel jeukende bulten. Lunchen doen we in het dorp, wederom bij mensen thuis. Speciaal voor ons wordt er Cuy klaargemaakt, oftewel: cavia! Gek, zo’n geroosterd beestje op je bord waar je de pootjes nog van herkent. Het smaakt als kip, maar het vlees en het vel is een stuk taaier. Ik ben mijn eetlust vrij snel kwijt..
Als we ’s middags verder gaan met het veldwerk begint het stevig te regenen en te onweren. Daardoor krijgen we maar één plantage af vandaag en keren we doorweekt terug naar ons hutje. ’s Avonds interviewen we de eigenaar van de desbetreffende plantage, om een compleet plaatje te maken voor het socio-economische onderdeel van ons project. Daarna mogen we een bijeenkomst van de koffie-certificeringorganisatie bijwonen, waar zo’n 6 boeren uit de regio op af gekomen zijn. We worden door deze mensen behandeld als celebrities en ze willen allemaal dat we onze naam in hun notitieboekje schrijven. Na een heerlijk warme maaltijd wordt het een melige avond door wederom een aantal flesjes aguardiente de caña. Als de drank op is kruipen we met z’n zessen op een rijtje onder de wol op misschien wel de leukste plek waar ik ooit geslapen heb: op de tweede verdieping van een volledig houten huisje, bovenop de drogende koffiebonen.

En el campo - Miércoles
De zon schijnt ’s ochtends door de spleten van de houten planken door. Ik word wakker met een redelijk stijve nek en aan één kant slapen mijn ledematen nog, omdat het toch wel wat hard lag vannacht. Maar ach, het uitzicht vanuit onze hut maakt alles weer goed. We gaan ontbijten bij de eigenaren van de tweede plantage, wat wel zo handig is omdat we daar ook nog een interview af moeten nemen. Als Rutger het erf op loopt van de boer wordt hij echter niet echt welkom geheten door de honden die daar lopen. Binnen no-time is hij omsingeld door 4 honden die hun tanden bloot grommen en zeer agressief naar hem blaffen. Ik sta op zo’n tien meter achter Rutger verstijfd van schrik en aan de grond genageld. En helaas zijn onze begeleiders nog ver achterop als Rutger zich omdraait om een stukje terug te lopen. De honden grijpen hun kans en Rutger wordt maar liefst twee keer gebeten, in beide benen een hap. Als Marwin komt aanrennen is het kwaad al geschied. Snel de wonden uitspoelen en ontsmetten met wat alcohol is het enige wat we er nu aan kunnen doen, over vaccinaties kunnen we vanavond pas nadenken. Ondanks de schrik gaat de warme kippensoep er daarna goed in. De vrouw die voor ons gekookt heeft wil niets hebben van ons geld, dus gaan we wederom zonder te betalen het veld in. Het is prachtig weer nu, maar ik merk dat de camera gisteren helaas toch wat natter is geworden dan we gehoopt hadden. Door de condens die onder de lens zit kan ik geen goede foto’s maken van de bomen. De rest lukt gelukkig wel en na iedereen die zo goed voor ons gezorgd heeft te bedanken verlaten we dit afgelegen dorp.
Samen met Gabriel beginnen we de tocht terug naar beneden. Dit keer draag ik de grote backpack. We komen langs de rivier waar de dorpen naar vernoemd zijn: Cachiyacu betekent ‘zout water’ in het Quechua (de taal van de Inca’s). En dat is niet gelogen, het water is hier ook echt zout! Dat komt door een zoutmijn verderop. Na twee uur naar beneden gelopen te hebben lusten we wel weer wat. Ook hier is men zo aardig om voor ons te koken: gestampte banaan, gebakken ei en een gebakken deel van een maiskolf. Verrukt ben ik vooral ook van het verse kokosnootwater, mmm!
Na de lange terugreis met de motor over de slechte wegen en vervolgens de snelweg komen we moe aan in Moyobamba. Na een douche en een kort moment van uitrusten gaan we naar het ‘Centro de Salud’ voor een vaccinatie tegen rabiës voor Rutger. De artsen onderzoeken de wonden en verklaren daarna dat ze geen vaccinatie op voorraad hebben en dat alle honden in Peru worden ingeënt tegen deze ziekte, dus dat het ook niet nodig is. Dat lijkt ons sterk, aangezien we net zelf ervaren hebben hoe ver weg sommige dorpen zijn en dat er op dit soort plekken vaak niet eens drinkwater is. De artsen schrijven Rutger doodleuk een antibioticumkuurtje en een zalfje voor, niet echt waar we op gehoopt hadden… Een beetje verontrust gaan we vervolgens samen eten met Richard uit Shamboyacu, misschien dat we het morgen nog in het niet heel ver weg gelegen Rioja kunnen proberen. We eten heerlijke biefstuk van de plancha met patacones, gefrituurde schijfjes banaan. Na nog een biertje en een halve fotoshoot op aandringen van Richard gaan we naar huis om eindelijk lekker uit te rusten van deze fantastische dagen, met het noodlottige staartje.

Jueves en el campo y el hospital
De vierde dag op rij het veld in. Samen met Johny, ook een técnico van Solidaridad die me ietwat doet denken aan een grote knuffelbeer, gaan we richting de omgeving van Habana en Soritor. Vandaag rijd ik alles, met Rutger achterop. Snelweg, grindweg, modderweg, de wegen zijn bij lange na niet zo slecht als bij Cachiyacu, maar er zitten zeker spannende stukjes tussen. Door zo te oefenen krijg ik ook steeds meer zelfvertrouwen op de motor. Het is na een tijdje echt genieten geblazen!
Het veldwerk is snel klaar omdat de boeren niet thuis zijn voor een interview en omdat we geen vlinders kunnen vangen vanwege bewolking. Maar dat komt wel goed uit, omdat we dankzij onze grote held Luis worden verwacht in het ziekenhuis van Rioja voor een rabiësvaccinatie. Gracias Luis! In het ziekenhuis moeten we even wachten tot de dokter tijd heeft. We kunnen helaas niet naar de WC, omdat er geen water beschikbaar is… gek ziekenhuis. Na wat papieren rompslomp krijgt Rutger dan eindelijk de beloofde prik in zijn arm, wat een last van onze schouders.
We lunchen met een menú in Rioja alvorens we terugkeren naar Moyobamba. Als ik lekker met 80 km/h over de snelweg cross vliegt helaas de ketting eraf. Dat is de druppel, we brengen de motor naar de mecánico in Moyobamba om de ketting en de tandwielen te vervangen. Thuis kunnen we na de modder van onze kleren en schoenen te hebben gespoeld lekker in de chill-modus, met de met muggenbulten bezaaide beentjes omhoog.

  • 26 Mei 2015 - 20:43

    Frans Rameckers:

    Lieve Steffie,
    Via Facebook van Astrid las ik je laatste blog. Waow, wat een goed verhaal! Jaloersmakend!
    Je schrijft echt heel mooi: spannend, stijlvol en bovendien prima Spaans. Je kunt goed zien dat je je de taal al aardig eigen hebt gemaakt. Van onze vakantiereizen lang geleden, maar ook uit mijn werk in Zuid Amerika, korter geleden, komen veel beelden en herinneringen boven bij het lezen van jouw blog. Herkenning ook, bijvoorbeeld van het vele wachten en de vele regen (is er nu regenseizoen?).
    Wat goed dat jullie hebben volgehouden met die prik, heel verstandig. Die inenting van honden ter plaatse komt inderdaad niet zo geloofwaardig over.
    En dan dat dansen, je snapt dat ik als ouwe salsa-knar daar zeker van zou genieten. Ben benieuwd welke danspasjes je allemaal nog bij leert.
    En stoer hoor, dat motor rijden. Advies: blijf heel voorzichtig en alert!
    Wij hebben op dit moment trouwens ook niet te klagen, zitten nu in Italie, nog enkele weken inclusief Venetie.
    Heel veel groetjes, succes verder. En een dikke knuffel van
    Astrid en Frans

  • 11 Juni 2015 - 20:36

    Steffie Rijpkema:

    Lieve Frans en Astrid,
    Sorry dat jullie even hebben moeten wachten op een reactie, ik nam het me steeds voor te doen, maar het komt er nu pas van!
    Dankjewel voor je lieve woorden over m'n blog Frans! Het Spaans blijft lastig, ik geniet ervan als ik me hier duidelijk kan maken maar het is af en toe ook frustrerend om het (nog) niet vloeiend te spreken en sommige voor de hand liggende zaken of simpele dingen niet te kunnen benoemen.
    Nee in principe is het nu droog seizoen, al regent het hier dus af en toe nog steeds flink. De lokale bevolking zegt dan ook dat het eigenlijk droog moet zijn, maar ja het blijft 'la selva'..
    Jaaa het salsadansen! Zoveel muziek die ik me herinner van vroeger en ook van het dansen met jou! Echt heel leuk om te merken. Helaas heb ik minder tijd om te gaan dansen dan ik had gewild, op de uitgaansavonden liggen we er juist vaak vroeg in, omdat de veldwerk assistenten juist in het weekend tijd hebben voor ons onderzoek.
    Zijn jullie alweer terug van Italië? Hoop dat jullie ervan genoten hebben, ik zag ook al wat mooie foto's voorbij komen op facebook.
    Heel veel liefs en groetjes,
    Steffie

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steffie

Actief sinds 14 April 2015
Verslag gelezen: 203
Totaal aantal bezoekers 3015

Voorgaande reizen:

09 April 2015 - 10 Augustus 2015

Stage in Peru

Landen bezocht: