Blog 5. - Reisverslag uit Iquitos, Peru van Steffie Rijpkema - WaarBenJij.nu Blog 5. - Reisverslag uit Iquitos, Peru van Steffie Rijpkema - WaarBenJij.nu

Blog 5.

Door: Steffie

Blijf op de hoogte en volg Steffie

17 Juli 2015 | Peru, Iquitos

Buenos días amiguitos y amiguitas! Even een blog vanuit het hete en bruisende Iquitos, die grote stad midden in de amazone. Het veldwerk zit erop en Rutger en ik vieren hier de eerste week van onze vakantie. De laatste (veld)werk week was druk en ik heb het gevoel alsof alles nog even tegelijk kwam die laatste dagen. Ik mis Moyobamba al, maar heb nog een fantastische 3 weken in het vooruitzicht dus daar heb ik ook enorm veel zin in. En.. morgen mag ik Siem van het vliegtuig in Lima halen!!

Los últimos días en el campo (de laatste dagen in het veld)
En dan breekt toch echt die laatste week veldwerk aan. Een week vol geregel, motorpech en afscheid. Op maandag gaan we met Jorge naar ‘Playa Hermosa’, oftewel ‘mooi strand’. Best een gekke naam voor een dorp dat op 1100 meter hoogte ligt en meer dan 300 km van de zee. Maar blijkbaar heet het zo vanwege een bepaald type bodem dat hier te vinden is: net strandzand! In Playa Hermosa gaat de zoektocht gepaard met het ontwijken van valse honden (iets wat ik ABSOLUUT NIET ga missen aan Peru) en het vertrouwen winnen van de plaatselijke inwoners. Hilarisch hoe Jorge een zoontje van een boer die we willen bezoeken probeert om te kopen met snoepjes in ruil voor het begeleiden van ons naar de plantage. Dat kind is ook niet gek en zegt bang ‘nee’. Op zoek naar iemand anders die ons de weg kan wijzen belanden we bij Teresa, een over de top vriendelijke vrouw die erop staat dat we bij haar komen eten vanmiddag na het werk. Ze nodigt ons thuis uit en we ontmoeten haar bijzondere huisdier, een wild zwijn met hele lange stevige haren. In het Nederlands noemt men het een pekari of navelzwijn (Spaans: sajino). Het dier lijkt best wel gezond en tevreden, in tegenstelling tot het gordeldiertje wat we een keer bij iemand thuis gezien hebben. Toen we bij de eigenaren van het gordeldiertje na een maand terug kwamen zeiden ze dat het gestorven was. Dat krijg je met het houden van wilde dieren zonder enig idee te hebben wat ze eten of nodig hebben... Helaas gebeurt dat in Peru nog best wel veel. Voor de lunch maakt Teresa samen met een andere vrouw verse humitas voor ons. Humitas is een traditioneel gerecht bestaande uit een pasta van verse maïs en kaas dat in een blad van een maïskolf wordt gerold. Vervolgens worden deze pakketjes gekookt tot de inhoud gaar is. Het blad pel je er vanaf alvorens de inhoud op te eten. Erg lekker!
Op dinsdag gaan we wederom met Jorge op avontuur. In Quilloalpa (dik 1,5 uur rijden van Moyobamba over een flinke hobbelweg) vinden we één van de boeren gelukkig vrij snel. In de brandende hitte lopen we gezamenlijk heen en terug naar zijn plantage, bergop bergaf. Op de plantage worden we beloond met verse bananen direct uit de boom. De tweede plantage is echter een stuk lastiger om te vinden, aangezien niemand ons kan brengen. Op basis van een routebeschrijving van de eigenares van de plantage gaan we het maar gewoon proberen. Bij de rivier naar links en dan bij de drie Moena-bomen naar rechts. Makkelijker gezegd dan gedaan! We ontwijken een stel territoriale honden, ik val met één been in een diepe greppel (niets ernstigs, wel heel grappig) en dan komt de grote uitdaging: een gammele bamboebrug oversteken. Zo’n 5 meter boven het water loop ik met knikkende knieën stapje voor stapje over de wankele brug. Allemaal prima, tot ik bij de afstap door een bamboeboom zak, KRAK! Kun je je voorstellen hoe bang ik op de terugweg was dat hetzelfde boven de rivier zou gebeuren? Als we op het punt staan om het op te geven omdat de plantage werkelijk waar overal zou kunnen zijn, vinden we hem alsnog! Een groot parceel omringd door bos, wat weer omringd is door grazige weilanden. Yes!
Donderdag, de aller aller aller laatste velddag. Naast Jorge gaat Karen ook voor de laatste keer mee. Op naar het dorp dat het verst weg ligt: Sugllaquiro! We hebben pech, want precies vandaag is er een soort ‘dorpswerkdag’: alle mannen uit het dorp gaan in groepjes werk verrichten, zoals timmer reparaties aan de kerk of het maaien van het grote veld midden in het dorp. Niemand heeft tijd om met ons de plantages op te zoeken en zelf op zoek gaan is nu geen optie. We gaan ons heil zoeken in een dorp verder: Nuevo Eden. Hier vinden we met wat hulp uiteindelijk twee plantages die nog op onze lijst stonden. Op de laatste plantage realiseer ik me dat het hierna klaar is. Dat ik niet nóg eens op deze manier met de lokale bevolking in contact zal komen. En dat ik niet veel vaker meer die prachtige dorpen en uitzichten zal zien die ik hier nog steeds ademloos in mij opneem. Ik geef de boer een deel van ons veldwerkmateriaal dat we toch niet meer kunnen gebruiken (touw, paaltjes) en dan is het een feit: we zijn klaar.
Klaar, maar nog niet thuis! Na nog geen half uur rijden vallen Karen en Jorge om met hun motor. Bijna vanuit stilstand, maar de motor krijgt toch een klap. Misschien door het extra gewicht van de tros bananen die de eigenaar van de laatste plantage aan ons geschonken heeft en die nu achterop die motor gebonden is… De motor wil eerst nog wel starten maar geeft dan direct enorm veel gas, wat we op geen enkele manier meer kunnen beïnvloeden. Na een paar keer aan en uit zetten wil hij helemaal niet meer starten. Jammer dat we zo weinig van motors weten, Karen en ik krijgen er de slappe lach van. De enige optie is nu om de motor hier ergens achter te laten en morgen op te halen. We splitsen op: Rutger brengt Karen naar Playa Hermosa terwijl Jorge en ik de motor een stuk gaan duwen. Bij een gezin dat iets verderop woont mogen we de motor stallen. Erg behulpzaam zijn de mensen verder niet: met veel tegenzin en alleen voor een flink bedrag (20 sol) wil iemand mij ook alvast naar Playa Hermosa brengen. Rutger haalt vervolgens Jorge nog op. Het is ondertussen stikdonker, er rijden geen auto’s meer naar Moyobamba en we hebben geen signaal in Playa Hermosa. Uit het niets duikt echter Teresa weer op en voor we het weten zitten we met zijn allen in haar huis warme koffie met melk en veel suiker te drinken. Ze bakt een paar van de humitas van maandag voor ons, die daardoor lekker zoet gaan smaken, mmm. Teresa weet iemand te vinden die ons voor 50 sol met een auto naar beneden kan brengen. Niet goedkoop, maar beter dan de 80 sol die een andere man van ons vroeg. Karen en ik stappen in de taxi terwijl Jorge bij Rutger op de motor klimt. In het donker rijden we samen naar Moyobamba, wat het ontwijken van de kuilen, diepe modder en mul zand lastig maakt. De veerpont gaat niet meer op dit uur, dus moeten we verderop over een brug. Deze is zó smal dat de auto aan beide kanten nauwelijks 20 cm ruimte heeft. Tegen 9 uur ’s avonds komen we moe maar opgelucht aan in onze stad.

Despedida de Moyobamba (afscheid van Moyobamba)
De laatste dagen staan in het teken van afscheid en dingen afronden en regelen. Op vrijdag moeten we de motor met pech dus nog uit het veld halen en onze bodemsamples moeten weggebracht worden. Terwijl Rutger met een broer van Karen (die wèl verstand heeft van motors) de motor gaat halen ga ik naar Nueva Cajamarca met een rugzak die wel een kilootje of 15 weegt door de bodemsamples. Op het bodemlab spreek ik met de mensen af welke analyses gaan plaatsvinden. In Nueva Cajamarca ga ik bij wijze van afscheid ook nog even een sapje drinken met Gabriel. Hij is ook een aantal keer met ons het veld in geweest en ik heb daarvoor zijn handtekening nodig op een loonstrookje. Terug in Moyobamba lunch ik alleen, want Rutger is nog niet terug uit het veld. Ik kies het restaurantje waar we ook de eerste dag samen met Luis hebben gegeten en neem afscheid van de super vriendelijke eigenaar Henry. Ook haal ik voor Solidaridad een motor op bij een mecánico en laat ik deze even wassen. Thuis staat alles in het teken van de laatste data verwerken, opruimen en beginnen met inpakken. Als Rutger terug is gaan we de koelkast op Solidaridad met bier vullen zodat we vanavond een gezellig afscheid hebben. We spreken met een paar mensen af en na wat biertjes verplaatsen we ons naar de discotheek. Eindelijk weer dansen, we hebben het ons nog zo vaak voorgenomen maar het kwam er steeds niet van door het veldwerk. Rutger gaat iets eerder naar huis, terwijl ik met Nelly en Listher tot laat op de dansvloer sta. Ze zijn zo lief om me achteraf thuis te brengen. Oh man, wat ga ik dat dansen missen!
Zaterdag, na weinig uurtjes slaap ruimen we het huis op, maken we alles schoon en gaan we voor de laatste keer naar Solidaridad. Onder het genot van tequeños en een biertje nemen we afscheid van alle lieve mensen die daar zijn: een aantal tecnicos, Carina en Listher. Nog een keer met z’n allen samen op de foto, knuffels en zoenen en dan is het gedaan met de pret! Op de terugweg naar huis pink ik stiekem een traantje weg. Jorge en Jesus komen naar ons huis om ons naar de taxi te begeleiden en ons uit te zwaaien. Los voy a extrañar! Ik ga jullie missen!
In de taxi naar Tarapoto slik ik mijn tranen weg. We worden opgevangen door Luis en gaan samen met zijn vrouw Paula en dochter Adriana uit eten. Ik ben in de war, staat daar nou risotto met blauwe kaas op de kaart? Dat smaakt goed! We spelen een spelletje UNO met de hele familie en Rutger en ik mogen blijven logeren. Deze mensen zijn echt de vriendelijkheid zelve. We lunchen de volgende dag bij hen thuis, alles vegetarisch! Na nog meer afscheid (ik kan het bijna niet meer aan) gaan we dan toch écht: op naar het vliegveld, op naar Iquitos.

Iquitos y sus alrededores (Iquitos en omstreken)
“Hace calor en Iquitos”, is wat menig Peruaan tegen ons zegt als we vertellen dat we naar Iquitos gaan. En ja, het is hier inderdaad warm! Als we het vliegtuig uit stappen komt de tropische warmte ons tegemoet: dik en vochtig. De eerste avond in deze broeierige stad gaan we uit eten met Jeffrey, een Nederlandse jongen die ik via de UBV ken als een van mijn voorgangers in het bestuur. Hij doet nu een PhD hier in Peru, met veldwerk vanuit Iquitos. Het is erg gezellig en we proeven een heerlijk nieuw sapje gemaakt van camu-camu besjes. We trekken ons niet al te laat terug in ons hostel, want vanaf morgen gaan we een driedaagse ‘jungle’ tour doen.
De tour met organisatie LLaquipallay (een echte tongbreker) start met een bezoek aan de lokale markt in Iquitos: Belén. Het doet Rutger en mij ontzettend denken aan markten die we hebben gezien in Thailand en Indonesië, maar de uitgestrektheid van deze markt is voor mij in ieder geval nieuw. Er is zó veel! Zo zo zo veel! Fruit, groenten, vis, vlees. We proeven een warm sapje van aloë vera en we zien (helaas) ook vele exotische producten die je eigenlijk niet hoopt te zien. In stukken gehakte krokodil, schildpad, aap en allerlei mooie vissen. Werkelijk alles wordt hier gegeten lijkt het. In het regenseizoen drijft een deel van deze markt op het water. Nu zijn de straten echter droog en dat levert een soort afvalbelt op: een meterdikke laag rottend huisvuil inclusief gekke dingen als schildpadschilden bedekt de straat. Zo’n vieze plek heb ik nog nooit gezien, zeker niet midden in de stad.
Met een hoofd vol van indrukken en geuren stappen we vervolgens met nog 6 andere toeristen en een stel gidsen in een busje op weg naar de haven in Nauta. Iquitos is niet bereikbaar via een weg, alleen per boot of vliegtuig, maar er loopt één weg tussen Iquitos en Nauta – de enige weg hier dus, ongeveer 100 km lang. Wel leuk om deze weg gereden te hebben en daarmee ook de nabij gelegen dorpen gezien te hebben. Alles is hier zó plat! Ik ben onbewust steeds op zoek naar de bergtoppen die mijn uitzicht drie maanden gesierd hebben en die nu spoorloos zijn.. De andere toeristen, die uit de USA, Ierland en Australië komen, hebben ongeveer dezelfde leeftijd als wij. Een aantal gidsen zijn Peruaans, aangevuld met vrijwilligers uit o.a. Frankrijk en Italië. Een hele gemixte maar jonge groep dus, met als voertaal toch al gauw een overheersend Engels. In Nauta nemen we de boot en na zo’n 2 uur varen bereiken we de lodge waar we de eerste nacht zullen slapen.
De lodge (een huttencomplex van hout op palen) ligt aan de rand van het wetland reservaat Pacaya Samiria, het grootste natuurreservaat van Peru. In deze ‘buffer zone’ blijven we twee nachten (en bijna drie dagen) om wat meer van de flora en fauna te zien. Echt diep gaan we het reservaat niet in, wat aan de ene kant jammer is maar aan de andere kant vind ik dat juist helemaal prima. Des te minder we verstoren, denk ik dan. Na de lunch in de lodge nemen we de boot naar ‘Monkey Island’, waar we vanuit de boot vier verschillende soorten apen zien. Op de terugweg gaan we naar een huisje waar ze een luiaard als huisdier hebben, waar we omstebeurt mee op de foto mogen. Natuurlijk supergaaf om zo’n beestje van zo dichtbij te kunnen zien, maar het maakt me ook wat sceptisch allemaal. Is dit wel een beestje wat verlaten is door zijn moeder, zoals de eigenaar zegt? Is dit wel oké? Hierna brengen we een bezoek aan het plaatselijke dorpje en dan wordt het al snel donker. Tijdens een prachtige zonsondergang zetten de muggen de aanval in.
Als ons buikje gevuld is met avondeten gaan we op zoek naar kaaimannen en vogelspinnen. We spotten een kaaiman die verderop in het water ligt, in het schijnsel van onze zaklampen reflecteert er een loerend oog. Daarna zien we maar liefst twee vogelspinnen op een boom zitten. Groot, harig en zwart met roze. De gids wil een van de beestjes over zijn hand laten lopen maar daar heeft de spin mooi geen zin in. Voor het eerst zie ik een spin die zo goed kan springen! Na de tocht zijn Rutger en ik nog lang niet moe dus gaan we met de twee gidsen een biertje drinken en een kaartspelletje spelen, terwijl de sprinkhanen ons letterlijk om de oren vliegen. Om 22:30 uur gaat de elektriciteit hier uit, dus zijn we verplicht om naar bed te gaan. Het is te heet om direct in slaap te vallen dus ik lig nog even te draaien onder mijn klamboe maar val uiteindelijk goed in slaap.
Tot nu toe wilde de hoofdpijn die ik al een paar dagen heb niet verminderen, maar gelukkig merk ik er vandaag niets meer van. De pijn komt hoogstwaarschijnlijk door de malariapillen die ik toch maar wel ben gaan slikken voor die paar dagen in Iquitos. Vóór het ontbijt gaan we met de boot een stukje de rivier op om roze dolfijnen te spotten. Op de splitsing tussen twee rivieren zien we er een heleboel omstebeurt bovenkomen! Na het ontbijt gaan we een stukje bos verkennen en Tony (de Peruaanse gids) vertelt veel over de bomen die er groeien en welke medicinale werking deze bomen en andere planten hebben. Over hallucinerend werkende planten en de vreemde dromen die je daarvan krijgt. Ook laat hij bij een aantal bomen de pigmenten die je kunt vinden in bast of sap zien.
Later die middag vertrekken we met een boot vol kampeerspul wat verder richting de jungle. Op een plekkie langs de rivier gaan we ons kamp opslaan: we zoeken een aantal stevige bomen die op een bepaalde afstand van elkaar staan en hangen daar de hangmatten tussen. Er gaat een klamboe omheen die als een soort vierkant kamertje om de hangmat komt te hangen. Boven de hangmat wordt ook nog een dakje geconstrueerd met plastic zeil. We binden alles aan elkaar met slierten boombast en verstevigen alles met takken die we rondom ons vinden. We maken een houtvuurtje waar we op kunnen koken. Onderweg hier naartoe heeft een van de Amerikanen met zijn fancy hengel een vis gevangen, die we vanavond met wat rijst en een tomatensausje oppeuzelen. Tijdens het avondeten vertelt Tony een spannend verhaal over een groep nativo’s (mensen die van oorsprong in het bos leven) die naar het schijnt honderd jaar geleden hier in de buurt een jongetje hebben gekidnapt.
Na dit heerlijke maal stappen we weer in de boot om te zien of we een kaaiman van wat dichterbij kunnen bekijken. We varen een heel stuk in het donker, terwijl de gids voorop met een zaklamp zoekt naar reflecties van oogjes. Geen kaaimannen vanavond, maar wel een slang! Prachtig slank en groen tegen een boom aan. Tony vertelt dat het gif van de slang dodelijk is. En dan, terug in het kamp is het zo snel mogelijk je hangmat in om van die muggen af te komen! Op een gegeven moment gaat het regenen, waardoor alles klam wordt en iedereen het koud krijgt. Maar ’s nachts is het fantastisch: zo diep donker en met alleen maar jungle geluiden om je heen. Ik word een aantal keer wakker met last van mijn rug (dat is normaal voor de eerste nacht in een hangmat), waardoor ik extra kan genieten van de geluiden. De volgende dag maken we nog een korte jungle wandeling vanuit ons kamp en daarna ruimen we op en gaan we vissen! Op een prachtig meer slaan we onze hengeltjes uit in de hoop een piranha je vangen. Rutger en ik hebben alleen geluk met een andere soort vis, waar we redelijk grote exemplaren van aan de haak slaan. Maar de piranha’s bijten alleen bij de buren. Na dit avontuur gaan we via de lodge weer huiswaarts.
De laatste twee dagen verkennen we Iquitos een beetje meer. We bezoeken het etnografisch museum, waar allerlei voorwerpen van volksstammen die in de Amazone leven tentoon gesteld worden. Ook gaan we een middag naar Pilpintuwasi, een klein opvangcentrum voor jungle dieren en tegelijkertijd een vlinder boerderij. Het heeft een hele leuke sfeer en wij vinden het super om al die inmiddels bekende vlinders nu ook eens in rups en coconvorm te zien. Naast onwijs veel vlinders zien we hier een tapir, verschillende apen en vogels en een jaguar. Alle dieren zijn in beslag genomen op illegale markten of zijn gedropt door eigenaren die de dieren als huisdier hadden zonder te weten wat het beest nodig heeft. Vanavond gaan Rutger en ik proosten op een geslaagde tijd en dan vertrekken we morgen dus naar Lima. “Hace frío en Lima” zei iemand vandaag. Ja, het is dan even gedaan met de tropische temperaturen vrees ik. Dikke sokken en regenjassen bij de hand, kom maar op met die Peruaanse Andes!

Het internet in dit hostel is extreem traag, dus foto’s uploaden gaat helaas even niet, sorry!

  • 19 Juli 2015 - 09:17

    Gemma:

    pieve lieve Steffie, wat een prachtige tijd heb je daar en wat een spannend avonturen. En heerlijk om te lezen hoe je geniet van al het moois om je heen en die lieve mensen. Wat een ervaring, laiverd, zou er (als je terug bent) graag nog veeeel meer over horen. Veel plezier op je vakantie met Siem en tot later.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steffie

Actief sinds 14 April 2015
Verslag gelezen: 804
Totaal aantal bezoekers 3011

Voorgaande reizen:

09 April 2015 - 10 Augustus 2015

Stage in Peru

Landen bezocht: