Blog 4 - Reisverslag uit Moyobamba, Peru van Steffie Rijpkema - WaarBenJij.nu Blog 4 - Reisverslag uit Moyobamba, Peru van Steffie Rijpkema - WaarBenJij.nu

Blog 4

Door: Steffie

Blijf op de hoogte en volg Steffie

06 Juli 2015 | Peru, Moyobamba

Lieve gringos en gringas! Zo tegen het einde van de veldwerkperiode wordt het maar weer eens tijd voor een blog. We hebben weer veel beleefd en elke dag dat ik niet iets post komt er weer een halve pagina bij. Dus het spijt me, het is weer een flinke lap tekst geworden. Succes ermee!

Aventuras
De veldwerkdagen blijven kleine avonturen. Elke week gaan we een paar dagen het veld in op zoek naar plantages van onze interesse, dit zijn plantages die door onze begeleider zijn uitgezocht aan de hand van eerder afgenomen enquêtes. Dat is soms erg moeilijk, omdat we slechts een naam en woonplaats hebben. Bij één zoektocht naar specifieke boeren in Naranjillo laten we daarom een oproep bij de lokale radio plaatsen. Dit blijkt te werken, op de aangegeven dag staan er twee boeren ons keurig op te wachten!
In Vista Alegre lopen we voor het eerst tegen wat weerstand aan: de dochter van één van de boeren die we graag willen bezoeken wil niet zeggen waar haar vader is en (blijkt later) liegt over de locatie van de plantage. In plaats van 2 uur lopen blijkt het parceel gewoon achter hun huis te liggen. Wanneer we een tweede keer terugkomen en het nogmaals vragen lukt het ons om de boer zelf te ontmoeten en dan blijkt alles opeens geen enkel probleem. Op dezelfde dag in Vista Alegre worden we echter ook geholpen door twee vrouwen, die zo aardig zijn om ons te begeleiden naar twee andere plantages, ondanks dat één van de twee hoogzwanger is. Echt waar er kwamen al scenario’s in mijn hoofd voorbij waarin we deze dame tussen de koffieplanten aansporen om te persen.. Deze dames vertellen ons waarom de kinderen hier zo bang lijken voor ons. Deze kindjes wordt verteld dat gringo’s (blanke buitenlanders) interesse hebben in hun organen…! Of er hier ook echt ooit een incident geweest is met kidnapping van kinderen voor hun organen wordt ons niet helemaal duidelijk, maar het verklaart wel de angstige gezichtjes als we alleen maar vriendelijk ‘hola’ zeggen.
Onderweg van en naar de plantages zien we en gebeurt er ook vanalles. Meestal zit ik achterop enorm te genieten van de prachtige uitzichten (de vallei met een horizon die gesierd worden door ontelbaar veel bergtoppen met daarvoor laaghangende slierten witte wolken) en de vele Peruaanse dorpen en gezichten die voorbij schieten. Maar het zijn niet altijd leuke dingen, zoals de vele aangereden zwerfhonden die we langs de weg zien liggen. Op de slingerende bergweg naar Nuevo Eden staat er een compleet in elkaar gedeukte auto langs de weg, die een paar dagen eerder van de weg is geraakt en daardoor een flink stuk naar beneden gekukeld is, met een overleden bestuurder als gevolg. Erg akelig om die auto zo te zien.
En ja.. helaas weet ik het ook voor elkaar te krijgen om een keer met de motor onderuit te gaan. Dat komt omdat we in Moyobamba nog even willen stoppen bij een mecánico om de ketting te laten spannen, maar ik begin te laat met remmen bij de afslag en in plaats van door te rijden sla ik tóch af. De motor glijdt onder ons vandaan wanneer ik over het grind wat op de afslag ligt rijd. Rutger komt er godzijdank schadeloos vanaf, ik loop alleen een aantal schaafwondjes en blauwe plekken op en heb slechts een paar dagen een soort spierpijn in mijn arm en schouder.

Unos días al otro lado del río (een paar dagen aan de andere kant van de rivier)
De dagen in het veld beginnen altijd zo vroeg mogelijk, zo ook als we vertrekken naar La Cruz de Alto Mayo. Net na zonsopkomst, om 06:00 uur ’s ochtends, stappen we op de motor om een zo productief mogelijke dag te hebben. Naar La Cruz is het namelijk dik 2 uur rijden. Deze keer rijd ik en dat betekent dus ook dat ik de motor over een smalle plank het bootje op moet rijden wat ons de rivier over brengt. De boot oprijden gaat heel soepel, bij het van de boot afrijden laat ik de motor echter midden op de plank afslaan, tot grote hilariteit van alle omstanders. Gelukkig weet ik zonder te vallen de motor weer aan te schoppen en naar beneden te rijden, al dan niet met wat schaamrood op mijn kaken.
In la Cruz worden we vriendelijk opgevangen door een getrouwd stel dat voor ons ontbijt, lunch, avondeten en de volgende dag nogmaals ontbijt verzorgd. We krijgen een verscheidenheid aan gerechten inclusief soep, verse kaas, yuca en een kruising tussen en soort aardappel en een biet, genaamd bituca. De dag begint productief, maar ’s middags regent het een paar uur waardoor we ons werk pas deels ’s avonds, deels de volgende dag kunnen afmaken. ’s Avonds douchen we achter een huis tussen het rondscharrelende pluimvee en slapen we op harde bedjes, want echte matrassen zijn er niet. Als ik voor het slapen gaan in het pikdonker buiten naar de wc wil gaan schrik ik me kapot van een biggetje dat aan de wc-pot vastgebonden is en (omdat het waarschijnlijk net zo erg van mij schrikt) hard begint te gillen. Ik vertel Rutger maar niet dat ik ook een flinke rat heb gezien, want dat is niet goed voor de nachtrust. De volgende dag geven we de dochter van het gezin waar we overnachten een korte les Engels en in ruil hiervoor krijgen we een kilo verse sinaasappels en een brok zelfverwerkte cacao mee, wat ik volgens het vrouwtje moet raspen en ik de koffie moet oplossen. Het ziet er wat gek uit maar het ruikt heerlijk (en smaakt ook lekker in warme melk, kom ik thuis achter)!
Als we de volgende dag in nabij gelegen dorp Santa Rosa gaan lunchen showt een medicijnman op de tafel naast ons zijn heilzame middeltjes: plastic flesjes gevuld met allerlei gekke vloeistoffen, sapjes en drabjes in allerlei kleuren. Als een klant vertelt waar hij last van heeft begint het mannetje druk een aantal willekeurige flesjes open te draaien en de inhoud door elkaar te gooien tot er een nogal smerig uitziende bruinige mix ontstaat, wat dan voor een flink aantal Sol verkocht wordt. Na dit bijzondere schouwspel zoeken we de eerste boer hier op, die een wel heel ongewone voornaam heeft, namelijk ‘Hitler’. Als we bij onze veldwerkassistent peilen blijkt hij wel degelijk te weten wat de achtergrond van deze naam is, maar blijkbaar is deze naam hier gewoon toegestaan…

Mala suerte
Motorpech. We hebben het eigenlijk maar weinig gehad moet ik zeggen en dat klop ik dan ook maar snel af. Je zou zeggen dat onze motor, die ondertussen aardig wat te verduren heeft gehad, meer kuren zou hebben. Één dag, als we net terug in Moyobamba zijn, begint onze motor opeens raar te klinken en het stuurt vooral opeens wat gek: een lekke band! Gelukkig zijn we al in de stad en niet nog in het donker boven op die berg waar we net vandaan komen..! Al betekent het wel dat we de volgende dag de motor de halve stad door moeten duwen op weg naar de mecánico..
Als we op een zonnige vrijdag met Jorge het veld in gaan is het zíjn motor die het begeeft. Bij het gas geven verliest zijn motor snelheid en valt hij op een gegeven moment uit. Starten lukt wel met de kickstarter, maar gas geven werkt averechts. Er zit niets anders op dan terug te keren naar Moyobamba, want volgens de mecánico in het dorp dat we onderweg passeren is het een probleem wat alleen opgelost kan worden met nieuwe onderdelen, die hij niet heeft. Met een touw binden we de beide motors aan elkaar en sleept Rutger (met mij achterop) de motor van Jorge, met Jorge daarop. Bergop gaat dat vrijwel niet, maar op de verharde platte weg gaat het prima, al dan niet op een slakkentempo. Weer en ervaring rijker!

Fiestas
In juni zijn er ook veel feestjes in Moyobamba. Onze veldwerkassistentie is daardoor minder beschikbaar, dus grijpen wij die dagen aan om wat cultuur te snuiven. Voor vaderdag wordt er op Solidaridad ‘Cerdo al Cilindro’ klaargemaakt: een volledig varken wordt in stukken opgehangen een groot cilindervormig vat met onderin een vuurtje en op die manier wordt het vlees geroosterd. Genieten geblazen! Er wordt een onuitputtelijke hoeveelheid bier bij geserveerd, waardoor ik tot laat blijf plakken om te kletsen en te dansen. Deze dag vertelt men me dat er rondom San Juan (24 juni) altijd een koudere wind komt. De dagen zijn droger en superzonnig, maar het windje houdt het allemaal lekker fris. Perfect weer om in te verbranden, blijkt.
En dan begint San Juan: een week vol met Juanes en Pandillas. Pandillas zijn groepen mensen die samen dansen in een optocht. Men draagt hier dan traditionele kleding, voor de vrouwen bestaande uit een bloemetjesjurk en parelketting, voor de mannen een nette broek en witte bloes. Beide wuiven ze met een witte zakdoek terwijl er uitbundig gedanst wordt, begeleid door opzwepende kreten en ge‘his’. Traditioneel gezien danst men tijdens de optocht op blote voeten! De volle week zijn er pandillas, door de hele stad. De hoogtepunten zijn echter op woensdag, zondag en de dinsdag daarop. Helaas missen we de vroege optocht naar de baños termales op woensdag, omdat deze al om 5 (!!) uur ’s ochtends begint. Maar veel wordt goed gemaakt op de andere dagen.
Op de zondag wordt er op een voetbalveld een grote wedstrijd georganiseerd voor de verschillende pandillas. In de brandende zon strijden 12 groepen om de titel ‘Campeones de Pandilla 2015’. Rondom een grote palmboom met allemaal lekkers en cadeautjes danst men in de rondte totdat het zweet uit je onderbroek gutst. We moedigen onze lieftallige veldwerkassistente Karen aan, die meedoet aan de wedstrijd. Op het veld raken we na een tijdje in gesprek met een groep jongeren die vanuit hun school ook meedoen met de wedstrijd. Ze vragen ons de oren van het lijf. Ondertussen biedt een aangeschoten ouder mannetje ons aan om de lokale drank te proeven (ja graag) en naast een klein glaasje van het sterke spul krijg ik ook een druppel op mijn geschaafde knie, waar nog maar net een korstje op zit. Hierna gaan we ook een pandilla dansen met de overenthousiaste leerlingen, rondom een lantaarnpaal in plaats van een palmboom.
De dinsdag erop is er een optocht in de stad ter ere van San Pedro, waar Jesus ons mee naartoe neemt. Het is net als carnaval in Nederland: groepen mensen verkleed in verschillende thema’s zoals kolibries, de dood en inheemse bevolking komen dansend langs, begeleid door vele fanfarebandjes. Ook vele praalwagens passeren de revue, waar mensen op staan die snoepjes het publiek in gooien. Naast deze lekkernijen eten we natuurlijk ook Juanes, traditioneel voedsel wat zeker met San Juan gegeten moet worden. Juanes zijn in bananenblad gestoomde bollen rijst, speciaal gekruid en meestal gevuld met kip. Je hebt ze ook met andere soorten vlees of met yuca en vis. Smullen!
Een week later vieren we een feestje bij Karen thuis, omdat ze jarig is. Met een gezellig klein groepje leeftijdsgenoten die we deels al kennen van Solidaridad en deels nieuw zijn drinken we een biertje in Karens woonkamer. Ook wordt er wat gedanst. Karens vader doet wat later op de avond vrolijk mee en ook ik dans een salsaatje met deze lieve oude man, die nauwelijks tot mijn schouder komt. En dan nog een leuk uitstapje: we gaan uit eten met onze huisbazen. Eindelijk proberen we een van de typisch Peruaanse gerechten waar ik nou al zo lang nieuwsgierig naar ben: ceviche. Ceviche is een gerecht van rauwe vis die wordt gemarineerd met citroensap en kruiden en waar vaak ui en verschillende typen (zoete en of hete) peper aan toe gevoegd wordt. Heerlijk zacht en fris. Ook proberen we chicharron de pescado (smaakt net als kibbeling) en een soort rijst/visschotel met garnalen en iets wat op inktvis lijkt, allemaal heerlijk.

Despedida (afscheid)
El tiempo vuela, oftewel de tijd vliegt! Nog een krappe week voor de vakantie begint en dan ga ik met Rutger een weekje de echte jungle in vanuit de grote stad Iquitos. En daarna… komt mijn lieve Siem mij hier opzoeken! De laatste drie weken ga ik met hem het zuiden van Peru onveilig maken, door met een huurauto een roadtrip te maken. Maar voor dat het zo ver is hebben Rutger en ik dus nog een paar dagen werken en afronden voor de boeg. Langzaamaan moeten we afscheid gaan nemen van Moyobamba en al die lieve mensen die we hier ontmoet hebben. We hebben onze veldwerk assistenten al het woord ‘doei’ geleerd, dus dat moet wel goed komen.
De volgende blog die ik schrijf zal vanuit een ander deel van Peru zijn. ¡Hasta luego!

  • 06 Juli 2015 - 23:12

    Vroon Rameckers:

    weer heerlijk hoe je vertelt over hoe jullie daar verblijven!
    En je eet meer vis dan wij hier!
    Dikke zoen
    Vroon

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steffie

Actief sinds 14 April 2015
Verslag gelezen: 193
Totaal aantal bezoekers 3000

Voorgaande reizen:

09 April 2015 - 10 Augustus 2015

Stage in Peru

Landen bezocht: